Instructies krijgen van locals, dat gaat altijd gepaard met handgebaren. Je moet ook wat willen meedenken. Eerst moest ik den Berg over. Dan een weg, aan een of andere postbus. Dan moest ik een pad naar boven kiezen, waarbij ik er wel moest op letten om de gsm-mast binnen mijn blikveld te houden. Als beloning zou me daar op de hoogvlakte in de avondschemering een ballet van reetjes, vossen en dassen te wachten staan. Ik probeerde de richtlijnen om te zetten in enigszins praktische taal. Dus hier naar boven en dan zit ik op de goeie weg? vraag ik. Neen, neen. Eerst moet je den Berg over! Zijn hand groeit, klimt, strekt zich uit, zweeft als een roofvogel in de lucht… Die avond strandde ik tussen de koeien. Ook op een berg.
De dame van het toeristisch infokantoor, tegelijk cultuurhuis, fietsenverhuur en bibliotheek, zucht. Allemaal heuvels in de streek. Als je de natuur in gaat, ben je verplicht meteen te klimmen. Ze zucht diep. Of ze niet weet waar ik wild kan spotten? vraag ik. De buren hebben alpaca’s, lacht ze.
De man in zijn tractor laat me niet gaan. Ik versta en spreek geen Duits maar dat lijkt voor deze boseigenaar geen beletsel om tien minuten lang tegen mij te praten. Ik leer dat hij vier broers en drie zussen heeft. Dat ze dit jaar 8 reetjes geschoten hebben. Dat wild heel lekker is met saus. En rode kool! Ik toon hem een foto van een eekhoorn die even daarvoor mijn wandeling had opgefleurd. Hij kijkt ernaar en schudt zijn hoofd. Geen idee wat voor een beest dat is. Ik vraag me af of hij een grapje maakt, maar ik denk het niet.
Absolute stilte. Het ruisen van de wind, de roep van een buizerd. Voor de rest: niks. Knooppunt 34. En het is geen toevalstreffer. Systemisch geluk, de hemel op aarde.
De oudere vrouw zit op haar stoel in de garage, beschermd tegen de hitte van de straat, vliegenmepper in de hand. De avonden zijn hier kalm maar boeiend.
