Sprookje bij het ochtendgloren

In Vielsalm is er een strookje bos waar zelfs de grootste cynicus in sprookjes gaat geloven. Het licht streelt en speelt, de bodem is bedekt met groen mos, de linkerflank rijst op als een berg uit Game of Thrones en de open vlakte in de verte biedt net voldoende beschutting voor de halflings van het dierenrijk. Veel dichter bij de kosmos kom je niet. De stilte is er hoorbaar – hier ruist en ritselt alleen de gedempte opwinding van het hart. Ik zag er al een vos en een das. En zondag zag ik er bij het ochtendgloren ook reetjes – die er rondliepen alsof ze dat al eeuwen doen. Op een bepaald moment kregen ze me in het snotje: ze staarden me aan, de koppen bijeen, hun lichamen de tegengestelde richting uit. Ruim een halve minuut lang. Mijn camera kon zoveel schoonheid niet aan – slaagde er maar niet in de schemer te overstijgen. Pro forma drukte ik eens af maar ik wist: dit is er eentje voor mijn netvlies. En diep in mij voelde ik de drang om nu toch maar eens een lens in huis te halen. Blijkbaar weet ik de diertjes te vinden. Hun schoonheid vereeuwigen lijkt me zelfs in tijden van AI en overvloed een eerbare missie.

Het bos in kwestie, een uurtje later.

Plaats een reactie