Kou, ontbering, blootsvoets ijskoude ondergelopen wegen doorwaden en genoeglijk door bij wijlen scheenbeenhoge sneeuw ploeteren. Beter wordt het niet. “La neige illumine les bois” zegt mijn favoriete boekverkoopster. She ticks all my boxes.










Kou, ontbering, blootsvoets ijskoude ondergelopen wegen doorwaden en genoeglijk door bij wijlen scheenbeenhoge sneeuw ploeteren. Beter wordt het niet. “La neige illumine les bois” zegt mijn favoriete boekverkoopster. She ticks all my boxes.
Merksplas Kolonie: een mooie escapade, al is de omgeving iets hoekiger en minder gevarieerd dan Wortel Kolonie: veel open velden, minder het bos dat ik zo liefheb. Wel heel mooie vervallen koeienstallen met soft kleurpalet, van pastel tot terracotta. Esthetiek in verval, als afsluiter een boompieper!
Af en toe brak de zon eens door de wolken, deze zondag. Maar de gure wind deed de ogen tranen, de kou de botten kraken. Edoch, geen kat te zien, lockdown oblige, en zo werd het een gedenkwaardige wandeling in het spoor van respectievelijk 12 (mijn lief) en 10 (ik) reebokken en -geiten.
De eerste drie reeën zagen we spoorslags in de verte – die witte poepjes zijn niet altijd even discreet. Het is waarschijnlijk die troep die we later, aangedikt tot 5 intussen, een halve kilometer verderop alweer zagen wegstuiven – mooi in de lijn. Om dan verrast te worden door de drie exemplaren rechts van ons – tussen het ruisende riet in de verte – in het flauwe lentezonnetje. Die cirkelden rond de rietvijver, wij cirkelden mee … Om dan links van ons 4 grazende, uit de kluiten gewassen reetjes te spotten. Die er ook gezwind vandoor gingen om dan in de verte de laan over te crossen. Waar we ze tweehonderd meter verder deden opschrikken in de nabijheid van datzelfde pad – verscholen tussen de naaldbomen.
En zo leek het of we omcirkeld waren door reetjes tijdens deze wandeling, in dit biotoop van weiden, dennenbossen en loofwoud. Adembenemend.
Heerlijke aprilse grillen in het Zoniënwoud. Zon, regen, beetje lichte hagel. Repeat. Blauwe bloemenvelden, weinig volk, zo toch een uur of zes/zeven ontspannen rondgewandeld. Nieuw leven: hoe zo’n beukenboom ontspringt. Veel bosduiven. Af en toe tussen de bomen een glimp van een roofvogel. Mandarijneenden. Eerste keer dat ik ze in het wild zie. Reigertje. Grondeekhoorn die een beukennootje aan het oppeuzelen was. Gezond, heilzaam. Genieten van het bos dat om de 10 minuten van aanschijn veranderde (de nevel na een regenbui).
Ook dag 10, de etappe naar Florac was van een ongelooflijke pracht. Enkele klimmetjes die beloond werden met 360°-uitzichten op een opeenvolging van bergkammen als mirages in de woestijn. De weg naar Cassagnas was dan weer een vlinderparadijs, en de b&b daar, mede uitgebaat door Tanya die 12 jaar geleden de Spaanse crisis ontvluchtte, van een hemelse rust (je zag in de ‘tuin’ op de helling de sporen van de everzwijnen die er in het jachtseizoen voorbijcrossen). Tanya, het type vrouw om voorgoed je rugzak af te leggen en een nieuw leven te beginnen … ware het niet dat ze gelukkig getrouwd was. Saint Germain de Calberte ademde al een beetje het einde (van deze trip) maar de allerlaatste etappe was toch ook weer mooi. Het bos, de stilte, een tokkende specht, een pintje met de vrienden die ik quasi dagelijks tegenkwam … en op de allerlaatste dag een resem tips van Jacques voor andere interessante wandelroutes en GR’s. Ik weet wat doen de volgende jaren 😉
Dag 10: Le Pont-de-Montvert naar Florac
Dag 11: Florac naar Cassagnas
Dag 12: Cassagnas naar Saint Germain de Calberte
Dag 13: Saint Germain de Calberte naar Saint Jean du Gard